Waarom is tandenpoetsen belangrijk?
Als het melkgebit goed wordt gepoetst blijft het schoon. Verder zorgt fluoride in tandpasta voor sterke tanden. Zo komen er geen gaatjes in het gebit. Een gezond melkgebit is belangrijk voor nu en ook voor later. Als je kind al jong leert dat poetsen erbij hoort, zal het dat zijn hele leven blijven doen.
Wanneer begin je met tandenpoetsen?
Zodra de eerste tanden doorkomen kun je al met poetsen beginnen. Geef je kind een eigen borsteltje, dan kan het bijvoorbeeld in bad spelenderwijs aan poetsen wennen. Begin zo snel mogelijk te poetsen met een beetje fluoride-peutertandpasta. Is je kind ongeveer twee jaar, dan kan het zelf al een beetje leren poetsen.
Hoe kun je het beste tandenpoetsen?
Neem je kind op schoot of laat het zitten op bijvoorbeeld een aankleedtafel. Poets met korte heen-en-weer bewegingen, maar niet te hard. Zorg ervoor dat alle plekken schoon worden: de binnen- en de buitenkant van de tanden en bovenop de kiezen. Poets ook het randje van het tandvlees mee. Een vaste volgorde zorgt ervoor dat je niets overslaat. Spoelen is vaak nog moeilijk voor de kleintjes. Je kunt je kind leren spoelen door 'bolle wangen' te maken. Let op: één slokje water is voldoende! Poetst je kind zelf al, poets de tanden dan toch één keer per dag na. Jong kinderen krijgen hun gebit nog niet echt goed schoon.
Hoe vaak moet je tanden poetsen?
Twee keer per dag: na het ontbijt en vóór het slapen gaan. Belangrijk is dat het in ieder geval één keer per dag heel goed gebeurt. Liefst vóór het slapen gaan, want dan is de mond de hele nacht schoon.
Met welke borstel en tandpasta moet je poetsen?
Voor jonge kinderen is een zachte baby- of peuterborstel het beste. Met een kleine tandenborstel kun je overal beter bij. Vervang de tandenborstel om de drie maanden. Geef kinderen die op de tandenborstel bijten een 'oude' borstel voor het zelf poetsen en poets na met een borstel waarvan de haren recht staan. Poets je kind tot 5 jaar met fluoride-peutertandenpasta. Daar zit minder fluoride in dan in gewone tandpasta. Omdat kleine kinderen nog veel tandpasta inslikken, krijgen ze met gewone tandpasta te veel fluoride binnen.
Wat doe je als je kind niet gepoetst wil worden?Probeer van het poetsen een spelletje te maken. Lukt ook dat niet, maak er dan geen strijd van. Stop er even mee en probeer het na een tijdje nog eens.
Een paar tips:
zing of zeg bij het poetsen een versje op;
poets je eigen tanden, je kind doet je graag na;
je kind poetst eerst de tandjes van de pop of beer, en daarna de eigen tandjes;
verzin een grappig verhaal over tandenpoetsen.
zondag 18 januari 2009
liedjes zingen
Eerder vond ik zingen altijd verschrikkelijk omdat ik weet dat ik geen geweldige nachtegaal ben en om dan ook nog eens voor 2 volwassen mensen te zingen!? Dat is lastig kan ik je vertellen.
Maarja om toch maar een over die vrees heen te komen ga je zachtjes meezingen tot dat je de tekst kent en dan kan je het voluit zingen, het maakt me nu niet meer uit HOE het er uit komt zolang de kinderen maar aandachtig blijven kijken. Want als je liedjes half kent dan kan je de mist in gaan,,zoals bij mij eens.........
Maarja om toch maar een over die vrees heen te komen ga je zachtjes meezingen tot dat je de tekst kent en dan kan je het voluit zingen, het maakt me nu niet meer uit HOE het er uit komt zolang de kinderen maar aandachtig blijven kijken. Want als je liedjes half kent dan kan je de mist in gaan,,zoals bij mij eens.........
peuterdans
Peuterdans stimuleert de fantasie en beweging van peuters. In de lessen beleven de kinderen al dansend spannende verhalen, reizen door fantasielanden landen en komen dieren, feeën of sprookjesfiguren tegen.
Op een speelse, vrolijke manier leren peuters bewegen op muziek, waarbij aandacht wordt gegeven aan de ontwikkeling van de grove en fijne motoriek, de ontwikkeling van de muzikaliteit, het richtings- en ritmegevoel en de bewustwording van het lichaam.
Peuterdans stimuleert op speelse wijze de fantasie en beweging!
verschonen
Bah ik moest er niet aan denken,, een kind verschonen! Het stinkt, het ziet er goor uit en gewoon waarom kan het kind dat niet zelf?! Zo DACHT ik.
Maar nu verschoon ik een kind alsof het de normaalste zaak is. Tuurlijk stinkt het en ziet er het goor uit, maar het kind kan er niks aandoen en zelf kan het kind dat nog niet, dus moeten wij het doen.
Ik raad je ook niet aan om op stage propjes in je neus te doen omdat het stinkt want jaaaa dat kan je de kop kosten! ;)
Maar nu verschoon ik een kind alsof het de normaalste zaak is. Tuurlijk stinkt het en ziet er het goor uit, maar het kind kan er niks aandoen en zelf kan het kind dat nog niet, dus moeten wij het doen.
Ik raad je ook niet aan om op stage propjes in je neus te doen omdat het stinkt want jaaaa dat kan je de kop kosten! ;)
Vallen
Kinderen vallen veel. Vooral als ze klein zijn, vallen ze snel op hun hoofd, wat heel gevaarlijk kan zijn. Wat moet je doen als dat gebeurt?
Kijk goed naar uw kind. Als u één van de volgende dingen ziet, belt u de huisarts:
het kind is buiten bewustzijn geweest;
het kind blijft niet goed wakker, is suf, minder alert, reageert niet op wat u zegt;
het kind heeft trekkingen (een stuip);
het kind braakt;
het kind heeft mogelijk een breuk, heeft pijn, of kan een arm, pols, hand, schouder niet goed bewegen.
Een bijzonder geval vormen kinderen die antistollingsmedicijnen gebruiken, en kinderen die een bloedziekte hebben (waardoor ze na een val een verhoogde kans hebben op bloedingen in het hoofd). Dit soort kinderen moet altijd door een arts worden gezien.
Leer je kind veilig vallenSommige kinderen lopen altijd letsel op als ze vallen, andere juist nooit. Het maakt blijkbaar uit hoe je lijf reageert tijdens een val. Het is dan ook niet zo gek om te denken dat je een kind kunt leren hoe je moet vallen. Veilig vallen kun je leren.
Veilig vallen voorkomt niet alleen letsel, maar het geeft kinderen ook meer vrijheid, meer bewegingsruimte. Kinderen die niet bang zijn om te vallen, durven meer. Ze zullen aan meer activiteiten durven meedoen (sport of andere lichamelijke uitdagingen), wat weer goed is voor hun ontwikkeling.
Kinderen vallen veel. Meestal loopt dat goed af, maar soms niet. Wat moet je doen als je kind ernstig gevallen is? En hoe train je je kind in veilig vallen? Justine Pardoen zet de belangrijkste adviezen op een rijtje.
Leer je kind vallen
door Justine Pardoen
Kinderen vallen veel. Vooral als ze klein zijn, vallen ze snel op hun hoofd, wat heel gevaarlijk kan zijn. Wat moet je doen als dat gebeurt?
Kijk goed naar uw kind. Als u één van de volgende dingen ziet, belt u de huisarts:
het kind is buiten bewustzijn geweest;
het kind blijft niet goed wakker, is suf, minder alert, reageert niet op wat u zegt;
het kind heeft trekkingen (een stuip);
het kind braakt;
het kind heeft mogelijk een breuk, heeft pijn, of kan een arm, pols, hand, schouder niet goed bewegen.
Een bijzonder geval vormen kinderen die antistollingsmedicijnen gebruiken, en kinderen die een bloedziekte hebben (waardoor ze na een val een verhoogde kans hebben op bloedingen in het hoofd). Dit soort kinderen moet altijd door een arts worden gezien.
De feiten Elk jaar komen ongeveer 120.000 kinderen op een spoedeisende eerste hulp terecht door een val. Een deel daarvan is op gelijke hoogte gevallen (36.000): gestruikeld, verstapt, of uitgegleden; 23.000 kinderen vallen van een hoogte naar beneden, 21.000 kinderen vallen van een fiets en lopen daarbij ernstig hoofdletsel op, en 19.000 kinderen botsen of vallen ergens tegenop. Een kleinere groep (7.800) valt van de trap.
Komt u inderdaad bij de huisarts terecht, dan kan die – na een risico-inventarisatie – eventueel een 'wekadvies' geven. U moet uw kind dan om de paar uur wakker maken, en kijken of hij adequaat en helder reageert als u hem aanspreekt, en of hij zijn armen en benen nog normaal en symmetrisch kan bewegen. Maar nogmaals: doe dat niet uit uzelf, maar overleg het eerst met de huisarts!
Leer je kind veilig vallenSommige kinderen lopen altijd letsel op als ze vallen, andere juist nooit. Het maakt blijkbaar uit hoe je lijf reageert tijdens een val. Het is dan ook niet zo gek om te denken dat je een kind kunt leren hoe je moet vallen. Veilig vallen kun je leren.
Veilig vallen voorkomt niet alleen letsel, maar het geeft kinderen ook meer vrijheid, meer bewegingsruimte. Kinderen die niet bang zijn om te vallen, durven meer. Ze zullen aan meer activiteiten durven meedoen (sport of andere lichamelijke uitdagingen), wat weer goed is voor hun ontwikkeling.
Vallen op schoolGek genoeg vinden valpartijen ook veel op school plaats (zo-n 110.000 per jaar). De helft van alle ongelukken op school gebeurt op het schoolplein, de andere helft tijdens de gymnastiekles. Het is dus beslist geen overbodige luxe om kinderen te leren vallen. Daar hebben ze ook – of juist – op school iets aan.
"Vallende kinderen steken hun handjes uit, zodat er heel veel druk op de armen komt en ze vaak toch nog met hun hoofd tegen de grond slaan", zegt Yos Lotens, judo-trainer, leerkracht en schrijver van boeken over het belang van stoeien en valtraining voor kinderen. Lotens: "Beter is het de val via arm en schouder op te vangen en dan door te rollen via de schouder, terwijl het hoofd opzij wordt gehouden."
OefenenDe zijwaartse val kun je met een kind oefenen. Zorg voor een veilige, niet te harde, en schone ondergrond.
1. Ga op je rug liggen, met opgetrokken knieën en je armen om je knieën geklemd.2. Houd je hoofd van de grond (kin op je borst).3. Draai je naar de linkerzij en terug naar de rug en draai door naar je rechterzij.
Eerst kniel je achter het hoofd van je kind op de grond en rol je je kind heen en weer in deze beweging. Als dat goed gaat, kan hij het alleen. Het is belangrijk dat een kind leert bij een val in een reflex zijn hoofd van de grond te houden.
Voor het achterovervallen begin je het oefenen zo:1. Begin vanuit dezelfde houding: op je rug, knieën naar je neus en kin op je borst.2. Schommel nu vooruit en achteruit en houd je hoofd steeds van de vloer.
Ook dit kun je eerst samen doen. Ga naast je kind zitten, met één hand in een knieholte van je kind en de andere hand onder zijn nek. Beweeg je kind heen en weer in de schommelbeweging.
Yos Lotens heeft de belangrijkste valtechnieken uit de judo gebruikt om een valtraining voor kinderen te maken. Hij geeft workshops voor gymleraren om kleuters te leren tuimelen en grotere kinderen te leren vallen. Ook op middelbare scholen komt hij. Overal vinden kinderen het leuk. Ook schreef hij een aantal boeken met val-instructie.
Val-angstKinderen zijn in het begin vaak bang om te vallen. Lotens: "Eerst moeten kinderen van hun val-angst afkomen, daarna worden er allerlei handigheden aangeleerd. 'Afslaan', bijvoorbeeld, dat is dat je tijdens je val met je armen flink hard op de mat slaat, zodat je automatisch doorrolt." Hij leert de kinderen dat ze hun armen niet gebruiken om hun val tegen te houden, maar als schokdempers. En om goed door te rollen zonder met hun hoofd op de grond te komen.
Lotens: "Bij het achterovervallen kun je het best je armen voor de borst houden. Op het moment dat je neerkomt moet je - net als een judoka - met twee armen op de grond slaan, zodat je je val breekt", legt hij uit. "Kinderen zijn soms nog wel bang om hard met hun handen op de grond te slaan, omdat dat pijn doet."
Goed voorover vallen is wat moeilijker uit te leggen. Als je struikelt, val je met je gezicht naar de vloer. Lotens: "Op dat moment moet je meteen je lichaam draaien, zodat je neerkomt op je schouder en niet op je hoofd. Met je handen zet je je dan af en draai je meteen door. Je maakt als het ware een koprol." Vallen is nooit prettig en dat kan zo'n training ook niet veranderen. Maar pijn in je handen na een val is beter dan een gebroken arm, vindt Lotens.
ZelfvertrouwenLeren vallen gaat om meer dan bescherming van het lichaam alleen. Als je leert vallen en zonder brokken weer kunt opstaan, krijg je zelfvertrouwen. Kinderen die goed door tegenslag heenkomen, ontwikkelen een sterk levensgevoel: 'wat er ook gebeurt, ik kan mezelf redden.'
Je zou willen dat elk kind zo in het leven staat. Niet agressief, maar zelfredzaam. Niet bang, maar met zelfvertrouwen. Leren gaat niet zonder vallen. Daarom is vallen én weer opstaan zo belangrijk.
Kijk goed naar uw kind. Als u één van de volgende dingen ziet, belt u de huisarts:
het kind is buiten bewustzijn geweest;
het kind blijft niet goed wakker, is suf, minder alert, reageert niet op wat u zegt;
het kind heeft trekkingen (een stuip);
het kind braakt;
het kind heeft mogelijk een breuk, heeft pijn, of kan een arm, pols, hand, schouder niet goed bewegen.
Een bijzonder geval vormen kinderen die antistollingsmedicijnen gebruiken, en kinderen die een bloedziekte hebben (waardoor ze na een val een verhoogde kans hebben op bloedingen in het hoofd). Dit soort kinderen moet altijd door een arts worden gezien.
Leer je kind veilig vallenSommige kinderen lopen altijd letsel op als ze vallen, andere juist nooit. Het maakt blijkbaar uit hoe je lijf reageert tijdens een val. Het is dan ook niet zo gek om te denken dat je een kind kunt leren hoe je moet vallen. Veilig vallen kun je leren.
Veilig vallen voorkomt niet alleen letsel, maar het geeft kinderen ook meer vrijheid, meer bewegingsruimte. Kinderen die niet bang zijn om te vallen, durven meer. Ze zullen aan meer activiteiten durven meedoen (sport of andere lichamelijke uitdagingen), wat weer goed is voor hun ontwikkeling.
Kinderen vallen veel. Meestal loopt dat goed af, maar soms niet. Wat moet je doen als je kind ernstig gevallen is? En hoe train je je kind in veilig vallen? Justine Pardoen zet de belangrijkste adviezen op een rijtje.
Leer je kind vallen
door Justine Pardoen
Kinderen vallen veel. Vooral als ze klein zijn, vallen ze snel op hun hoofd, wat heel gevaarlijk kan zijn. Wat moet je doen als dat gebeurt?
Kijk goed naar uw kind. Als u één van de volgende dingen ziet, belt u de huisarts:
het kind is buiten bewustzijn geweest;
het kind blijft niet goed wakker, is suf, minder alert, reageert niet op wat u zegt;
het kind heeft trekkingen (een stuip);
het kind braakt;
het kind heeft mogelijk een breuk, heeft pijn, of kan een arm, pols, hand, schouder niet goed bewegen.
Een bijzonder geval vormen kinderen die antistollingsmedicijnen gebruiken, en kinderen die een bloedziekte hebben (waardoor ze na een val een verhoogde kans hebben op bloedingen in het hoofd). Dit soort kinderen moet altijd door een arts worden gezien.
De feiten Elk jaar komen ongeveer 120.000 kinderen op een spoedeisende eerste hulp terecht door een val. Een deel daarvan is op gelijke hoogte gevallen (36.000): gestruikeld, verstapt, of uitgegleden; 23.000 kinderen vallen van een hoogte naar beneden, 21.000 kinderen vallen van een fiets en lopen daarbij ernstig hoofdletsel op, en 19.000 kinderen botsen of vallen ergens tegenop. Een kleinere groep (7.800) valt van de trap.
Komt u inderdaad bij de huisarts terecht, dan kan die – na een risico-inventarisatie – eventueel een 'wekadvies' geven. U moet uw kind dan om de paar uur wakker maken, en kijken of hij adequaat en helder reageert als u hem aanspreekt, en of hij zijn armen en benen nog normaal en symmetrisch kan bewegen. Maar nogmaals: doe dat niet uit uzelf, maar overleg het eerst met de huisarts!
Leer je kind veilig vallenSommige kinderen lopen altijd letsel op als ze vallen, andere juist nooit. Het maakt blijkbaar uit hoe je lijf reageert tijdens een val. Het is dan ook niet zo gek om te denken dat je een kind kunt leren hoe je moet vallen. Veilig vallen kun je leren.
Veilig vallen voorkomt niet alleen letsel, maar het geeft kinderen ook meer vrijheid, meer bewegingsruimte. Kinderen die niet bang zijn om te vallen, durven meer. Ze zullen aan meer activiteiten durven meedoen (sport of andere lichamelijke uitdagingen), wat weer goed is voor hun ontwikkeling.
Vallen op schoolGek genoeg vinden valpartijen ook veel op school plaats (zo-n 110.000 per jaar). De helft van alle ongelukken op school gebeurt op het schoolplein, de andere helft tijdens de gymnastiekles. Het is dus beslist geen overbodige luxe om kinderen te leren vallen. Daar hebben ze ook – of juist – op school iets aan.
"Vallende kinderen steken hun handjes uit, zodat er heel veel druk op de armen komt en ze vaak toch nog met hun hoofd tegen de grond slaan", zegt Yos Lotens, judo-trainer, leerkracht en schrijver van boeken over het belang van stoeien en valtraining voor kinderen. Lotens: "Beter is het de val via arm en schouder op te vangen en dan door te rollen via de schouder, terwijl het hoofd opzij wordt gehouden."
OefenenDe zijwaartse val kun je met een kind oefenen. Zorg voor een veilige, niet te harde, en schone ondergrond.
1. Ga op je rug liggen, met opgetrokken knieën en je armen om je knieën geklemd.2. Houd je hoofd van de grond (kin op je borst).3. Draai je naar de linkerzij en terug naar de rug en draai door naar je rechterzij.
Eerst kniel je achter het hoofd van je kind op de grond en rol je je kind heen en weer in deze beweging. Als dat goed gaat, kan hij het alleen. Het is belangrijk dat een kind leert bij een val in een reflex zijn hoofd van de grond te houden.
Voor het achterovervallen begin je het oefenen zo:1. Begin vanuit dezelfde houding: op je rug, knieën naar je neus en kin op je borst.2. Schommel nu vooruit en achteruit en houd je hoofd steeds van de vloer.
Ook dit kun je eerst samen doen. Ga naast je kind zitten, met één hand in een knieholte van je kind en de andere hand onder zijn nek. Beweeg je kind heen en weer in de schommelbeweging.
Yos Lotens heeft de belangrijkste valtechnieken uit de judo gebruikt om een valtraining voor kinderen te maken. Hij geeft workshops voor gymleraren om kleuters te leren tuimelen en grotere kinderen te leren vallen. Ook op middelbare scholen komt hij. Overal vinden kinderen het leuk. Ook schreef hij een aantal boeken met val-instructie.
Val-angstKinderen zijn in het begin vaak bang om te vallen. Lotens: "Eerst moeten kinderen van hun val-angst afkomen, daarna worden er allerlei handigheden aangeleerd. 'Afslaan', bijvoorbeeld, dat is dat je tijdens je val met je armen flink hard op de mat slaat, zodat je automatisch doorrolt." Hij leert de kinderen dat ze hun armen niet gebruiken om hun val tegen te houden, maar als schokdempers. En om goed door te rollen zonder met hun hoofd op de grond te komen.
Lotens: "Bij het achterovervallen kun je het best je armen voor de borst houden. Op het moment dat je neerkomt moet je - net als een judoka - met twee armen op de grond slaan, zodat je je val breekt", legt hij uit. "Kinderen zijn soms nog wel bang om hard met hun handen op de grond te slaan, omdat dat pijn doet."
Goed voorover vallen is wat moeilijker uit te leggen. Als je struikelt, val je met je gezicht naar de vloer. Lotens: "Op dat moment moet je meteen je lichaam draaien, zodat je neerkomt op je schouder en niet op je hoofd. Met je handen zet je je dan af en draai je meteen door. Je maakt als het ware een koprol." Vallen is nooit prettig en dat kan zo'n training ook niet veranderen. Maar pijn in je handen na een val is beter dan een gebroken arm, vindt Lotens.
ZelfvertrouwenLeren vallen gaat om meer dan bescherming van het lichaam alleen. Als je leert vallen en zonder brokken weer kunt opstaan, krijg je zelfvertrouwen. Kinderen die goed door tegenslag heenkomen, ontwikkelen een sterk levensgevoel: 'wat er ook gebeurt, ik kan mezelf redden.'
Je zou willen dat elk kind zo in het leven staat. Niet agressief, maar zelfredzaam. Niet bang, maar met zelfvertrouwen. Leren gaat niet zonder vallen. Daarom is vallen én weer opstaan zo belangrijk.
over opvang
Eerst vond ik het zielig dat kinderen op een kinderdagverblijf worden gedropt.
Maar nu ik meer ervaring heb op dat gebied, heb ik er een andere kijk op gekregen.
Ouders die moeten werken omdat ze anders geen brood op de plank hebben, daarvan snap ik het heel goed dat zij het kind naar een KDV brengen, maar als allebei de ouders werken omdat ze een goed leventje willen leiden dan vind ik het alsnog zielig voor het kind maar dat is aan de ouders.
Sommige kinderen blijven 2 dagen maar anderen kunnen ook een hele week komen, dat vind ik wel zielig want dan is het kinderdagverblijf zeg maar de opvoeder voor het kind terwijl wij daar niet eens voor zijn. Maar ja dit is mijn mening wat ik er van vind, de ene kant is het zielig maar andere kant went het kind er vanzelf aan en ik kan er niks aan veranderen...
Maar nu ik meer ervaring heb op dat gebied, heb ik er een andere kijk op gekregen.
Ouders die moeten werken omdat ze anders geen brood op de plank hebben, daarvan snap ik het heel goed dat zij het kind naar een KDV brengen, maar als allebei de ouders werken omdat ze een goed leventje willen leiden dan vind ik het alsnog zielig voor het kind maar dat is aan de ouders.
Sommige kinderen blijven 2 dagen maar anderen kunnen ook een hele week komen, dat vind ik wel zielig want dan is het kinderdagverblijf zeg maar de opvoeder voor het kind terwijl wij daar niet eens voor zijn. Maar ja dit is mijn mening wat ik er van vind, de ene kant is het zielig maar andere kant went het kind er vanzelf aan en ik kan er niks aan veranderen...
Kinderziektes
Wat zijn kinderziekten.
Veel ziekten komen voortdurend voor onder de bevolking en zijn zo besmettelijk dat kinderen bij een eerste contact de ziekte krijgen. Daarom worden ze kinderziekten genoemd.Het lichaam vormt bij het eerste contact antistoffen, waardoor een tweede keer ziek worden zelden of nooit voorkomt.Bijna ieder kind heeft wel eens vlekjes of blaasjes op de huid. Vaak betreft het één van de bekende kinderziekten. Deze ziekten zijn meestal het gevolg van een besmetting met een virus of bacterie.Virale kinderziekten zijn: bof, mazelen, rode hond, vijfde ziekte, waterpokken en zesde ziekte.Bacteriële kinderziekten zijn: kinkhoest, hersenvliesontsteking en roodvonk.De tijd tussen het binnendringen van de ziektekiemen en de eerste ziekteverschijnselen noemen we de incubatietijd. Infecties met bacteriën kunnen doorgaans bestreden worden met medicijnen. Tegen virussen bestaan geen geneesmiddelen, maar het is mogelijk de natuurlijke afweer tegen een virus een handje te helpen door een inenting.InentenWie een kinderziekte heeft doorgemaakt, heeft tijdens deze periode afweerstoffen geproduceerd die altijd in het bloed blijven. Hierdoor is hij of zij niet meer vatbaar (immuun) voor zo'n ziekte. Bij een inenting (vaccinatie) wordt het lichaam besmet met ziektekiemen, die dood of verzwakt zijn. Die ziektekiemen kunnen de mens niet ziek maken, maar zorgen er wel voor dat het lichaam afweerstoffen maakt. Door inenting wordt een kind dus immuun en is het niet meer vatbaar voor de betreffende ziekte. Om voldoende afweer op te bouwen, is soms meer dan één inenting nodig.Om bepaalde ziekten te voorkomen worden kinderen op jonge leeftijd ingeënt. Ook als het kind een van de ziekten al heeft doorgemaakt, is inenten zinvol. Dit geeft een grotere weerstand tegen deze ziekte. Het kan dus geen kwaad als kinderen die de mazelen gehad hebben, via een BMR-prik nog een keer met mazelen in contact komen.In sommige gevallen is het raadzaam om een inenting uit te stellen of helemaal niet te geven. Hiervoor kan worden gekozen als een kind koorts heeft boven de 38 graden of ziek is en als de behandelend arts/specialist bezwaren heeft tegen de inenting. Dit geldt voor zowel de DKTP- als de BMR-inenting.Als een kind stoornissen heeft in het afweersysteem (bijvoorbeeld bij leukemie) of als een kind geneesmiddelen gebruikt die invloed uitoefenen op de afweer, mag geen BMR-inenting plaatsvinden. Neem bij twijfel contact op met een arts of specialist.Als uw kind overgevoelig is voor kippeneiwit, dan dient u dit te melden bij het inenten. Na het inenten moet uw kind dan nog een half uurtje blijven om te kijken of er een allergische reactie optreedt.
bijwerkingen:
Een inenting tegen kinkhoest biedt niet meer dan 90 procent bescherming en kan soms een stuip veroorzaken. Na inenting met DTP of BMR treden nauwelijks bijwerkingen op. Er kan hooguit een korte tijd een pijnlijk gevoel ontstaan op de plaats van de inenting en de arm kan wat stijf worden. Na een DTP-inenting wordt de arm wat rood en gezwollen en er kan tot twee dagen na de inenting koorts optreden. Na toediening van de BMR-prik kan er een branderig, stekend gevoel zijn op de plaats van inenting. Een enkele keer komen vijf tot twaalf dagen na de inenting koorts en huiduitslag voor.Op rode, gezwollen inentingsplaatsen kan een koud, nat washandje verlichting bieden. Indien er koorts boven de 40 graden optreedt, is het belangrijk om uw kind voldoende te laten drinken en de huisarts te waarschuwen.Wanneer zich andere ongebruikelijke verschijnselen voordoen na een inenting, dient u de huisarts te raadplegen en eventueel uw ervaringen te melden aan de plaatselijke GGD.
Veel ziekten komen voortdurend voor onder de bevolking en zijn zo besmettelijk dat kinderen bij een eerste contact de ziekte krijgen. Daarom worden ze kinderziekten genoemd.Het lichaam vormt bij het eerste contact antistoffen, waardoor een tweede keer ziek worden zelden of nooit voorkomt.Bijna ieder kind heeft wel eens vlekjes of blaasjes op de huid. Vaak betreft het één van de bekende kinderziekten. Deze ziekten zijn meestal het gevolg van een besmetting met een virus of bacterie.Virale kinderziekten zijn: bof, mazelen, rode hond, vijfde ziekte, waterpokken en zesde ziekte.Bacteriële kinderziekten zijn: kinkhoest, hersenvliesontsteking en roodvonk.De tijd tussen het binnendringen van de ziektekiemen en de eerste ziekteverschijnselen noemen we de incubatietijd. Infecties met bacteriën kunnen doorgaans bestreden worden met medicijnen. Tegen virussen bestaan geen geneesmiddelen, maar het is mogelijk de natuurlijke afweer tegen een virus een handje te helpen door een inenting.InentenWie een kinderziekte heeft doorgemaakt, heeft tijdens deze periode afweerstoffen geproduceerd die altijd in het bloed blijven. Hierdoor is hij of zij niet meer vatbaar (immuun) voor zo'n ziekte. Bij een inenting (vaccinatie) wordt het lichaam besmet met ziektekiemen, die dood of verzwakt zijn. Die ziektekiemen kunnen de mens niet ziek maken, maar zorgen er wel voor dat het lichaam afweerstoffen maakt. Door inenting wordt een kind dus immuun en is het niet meer vatbaar voor de betreffende ziekte. Om voldoende afweer op te bouwen, is soms meer dan één inenting nodig.Om bepaalde ziekten te voorkomen worden kinderen op jonge leeftijd ingeënt. Ook als het kind een van de ziekten al heeft doorgemaakt, is inenten zinvol. Dit geeft een grotere weerstand tegen deze ziekte. Het kan dus geen kwaad als kinderen die de mazelen gehad hebben, via een BMR-prik nog een keer met mazelen in contact komen.In sommige gevallen is het raadzaam om een inenting uit te stellen of helemaal niet te geven. Hiervoor kan worden gekozen als een kind koorts heeft boven de 38 graden of ziek is en als de behandelend arts/specialist bezwaren heeft tegen de inenting. Dit geldt voor zowel de DKTP- als de BMR-inenting.Als een kind stoornissen heeft in het afweersysteem (bijvoorbeeld bij leukemie) of als een kind geneesmiddelen gebruikt die invloed uitoefenen op de afweer, mag geen BMR-inenting plaatsvinden. Neem bij twijfel contact op met een arts of specialist.Als uw kind overgevoelig is voor kippeneiwit, dan dient u dit te melden bij het inenten. Na het inenten moet uw kind dan nog een half uurtje blijven om te kijken of er een allergische reactie optreedt.
bijwerkingen:
Een inenting tegen kinkhoest biedt niet meer dan 90 procent bescherming en kan soms een stuip veroorzaken. Na inenting met DTP of BMR treden nauwelijks bijwerkingen op. Er kan hooguit een korte tijd een pijnlijk gevoel ontstaan op de plaats van de inenting en de arm kan wat stijf worden. Na een DTP-inenting wordt de arm wat rood en gezwollen en er kan tot twee dagen na de inenting koorts optreden. Na toediening van de BMR-prik kan er een branderig, stekend gevoel zijn op de plaats van inenting. Een enkele keer komen vijf tot twaalf dagen na de inenting koorts en huiduitslag voor.Op rode, gezwollen inentingsplaatsen kan een koud, nat washandje verlichting bieden. Indien er koorts boven de 40 graden optreedt, is het belangrijk om uw kind voldoende te laten drinken en de huisarts te waarschuwen.Wanneer zich andere ongebruikelijke verschijnselen voordoen na een inenting, dient u de huisarts te raadplegen en eventueel uw ervaringen te melden aan de plaatselijke GGD.
Abonneren op:
Posts (Atom)